Stil worden en stil zijn. God zegt; stil maar, wacht maar. Ik maak alle dingen nieuw. Maar nu kunt u al rust vinden.

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.
Stil maar?
De wereld raast voort. Druk, druk en nog eens druk. Soms denken we dat de Heer de dagen al aan het inkorten is. Maar misschien ligt het wel aan het tempo van ons leven. Als je de Tv aanzet lijkt het alsof iedereen steeds sneller moet praten.
Tempo, tempo, lijkt de opdracht.
De zwakkeren in onze samenleving kunnen het niet meer bijhouden.
De zwakkeren?
Of kunnen we beter zeggen; de normale mens kan het niet meer bijbenen.

Persoonlijke zorgen slokken ons op. En wat er nu om ons heen gebeurt is niet meer bij te houden.
Onze leiders, ook maar mensen, hobbelen achter de feiten aan.
Het lijkt wel of we in een orkaan zitten. Stormen woeden. De rust en stilte is soms ver te zoeken.
En toch is die heel dicht bij.

Het doet me denken aan een orkaan. Als we daar in terecht komen, denken we te vergaan.
Maar midden in die orkaan is dat oog. Midden in de storm waarin we zitten is dat rustpunt.
In dat oog van de orkaan is het stil en helder. Daar kun je je blik omhoog richten.
Daar zie je de blauwe hemel. Daar kun je even tot rust komen en praten met God de Vader.

Stormen woeden en de chaos in de wereld wordt steeds groter.
En soms denken we; waar is God? Slaapt Hij”? Ziet Hij onze nood niet?
Maar toch is Hij dichtbij.

De discipelen waren midden op het meer toen er een storm losbarstte. Ze kregen water in de boot en verkeerden in nood.
En in dat stormgeweld lag Jezus rustig te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden; Meester, Meester, wij vergaan!
Een schreeuw om hulp. Wie slaakt die nooit?

En Jezus, wakker geworden, bestrafte de wind en de wilde wateren. En zij kwamen tot rust en het werd stil.
Jezus die ook zei; komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt. Ik zal u rust geven.
Het werd stil. Jezus heerste ( en heerst) over de omstandigheden. Hij zei tot hen; waar was uw geloof?
En zij werden bevreesd en zeiden met verbazing tot elkaar;
Wie is toch deze, dat Hij ook aan de winden en aan het water bevelen geeft en zij Hem gehoorzaam zijn? (Lucas 8:22 e.v.)

Bedenk dat wij in alle drukte, alle zorgen en bezorgdheid voor de toekomst ook kunnen zeggen;
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor oog.
Als we stil worden kan God tot ons spreken. En dan zegt Hij; wees niet bezorgd. Ik ben er en Ik loods je door alle stormen heen.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.

Ik maak een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daar zal Ik bij je wonen. Daar zal geen zorg en leed meer zijn.
Daar zal Ik al je tranen van je ogen afwissen, daar zal geen dood, geen rouw, geen verdriet meer zijn.
Zie Ik maak alle dingen nieuw. (Openb. 21: 4)

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.