Vallen en opstaan. Wie kent dat niet? Deze overdenking "al ben ik gevallen, ik zal weer opstaan" gaat daarover. De Bijbel bemoedigt ons en zegt; blijf niet bij de pakken neer zitten.

Al ben ik gevallen, ik zal weer opstaan.

 

Op onze weg kunnen veel valkuilen, veel struikelblokken zijn.

Maar met Micha kunnen we zeggen;

Maar ik zal uitzien naar de Here,ik zal wachten op de God mijns heils;

mijn God zal mij horen.

Verblijdt u niet over mij,mijn vijandin; al ben ik gevallen,ik zal weer opstaan; al zit ik in het duister, de Here zal mij tot licht zijn.

(Micha 7:7, NGB vert.)

 

Wie valt er niet? Wie zondigt er niet? Wie raakt er niet ontmoedigd? Dan is de duivel , de aanklager, er als de kippen bij om ons verder

naar beneden te duwen.

Dan kunnen we dagen, misschien langer, in de duisternis zitten.

Maar al bent u gevallen, sta weer op. Vraag vergeving en ga weer verder. En vergeef u zelf !

Dan zijn wij als de hogepriester Jozua in het boek Zacharia,.

Hij was gekleed in vuile kleren en satan, de aanklager, bracht veel beschuldigingen tegen Jozua in.

Dat kan hij ook tegen ons doen.

Maar dan zegt God; Trek hem de vuile kleren uit en geef hem feestkleren, want Ik heb zijn zonden weggenomen, vergeven.

 

Als we in het volbrachte werk van Jezus Christus geloven, dan zijn we door zijn bloed gereinigd van elke zonde. Dan zijn onze vuile kleren omgeruild voor schone witte kleren. En als we dan vallen, dan mogen we weer opstaan. Want Jezus is nu een pleiter voor ons.

Als wij de fout in gaan pleit Hij voor ons bij de Vader. Hij weet wat onze zwakheden zijn.

In Hebr. 4: 14 staat;

Maar Jezus, de Zoon van God, is onze hogepriester, Die naar de hemel is gegaan om ons te helpen;

daarom moeten wij geen ogenblik aan Hem twijfelen.

Deze hogepriester begrijpt onze zwakheden, omdat Hij dezelfde verleidingen heeft gekend als wij;

maar Hij heeft er geen ogenblik aan toegegeven. Hij heeft nooit gezondigd.

Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen;

om hulp te krijgen, juist in die ogenblikken dat wij het moeilijk hebben. (vert. Het Boek)

 

Bent u gevallen? Sta weer op. Laat de satan, de aanklager, er geen vreugde aan beleven.

Jezus kent onze zwakheden en staat voor ons op de bres.

God vergeeft en geeft hulp als we Hem daarom vragen.

 

Sta op en ga verder.